Met het hart in de stad en het gezicht naar het groen, waakt ons iconische, monumentale gebouw over het Oosterpark.

Ontdek hier haar geschiedenis

 
 

1876

Het St. Elisabeth gesticht was een plek waar weesmeisjes en zieke vrouwen werden verzorgd. Het gesticht kwam voort vanuit het R.C. Maagdenhuis. Dit was een weeshuis wat al sinds 1628 bestond, gelegen op het Spui in Amsterdam.

Het R.C. Maagdenhuis had twee problemen. Ten eerste dat er een te groot aantal ouderlingen woonden (oftewel weesmeisjes die naarmate ze ouder werden, om wat voor reden dan ook, het huis niet uitgingen). De regenten zagen ze liever wel vertrekken, maar het was moeilijk om een plek voor ze te vinden. Daarnaast, door gunstige ontwikkelingen van de tweede helft van de 19e eeuw, liep het getal van weesmeisjes sterk terug.

Na 1876 werden er twee nieuwe regenten benoemd. Meneer Van Rijckevorsel en meneer Sträter. Zij hadden de eerste plannen gestart om geld opzij te zetten voor het oprichten van een nieuw gesticht.

Stadsuitbreiding in Amsterdam oost was begonnen. Dit zorgde ervoor dat de prijzen van grond snel stegen. Achter de Mauritskade zou het gesticht komen, waarachter ook het Oosterpark aangelegd werd. De straten eromheen waren ook al volop in aanbouw. Zoals ook het burgerziekenhuis (Nu Hotel The Manor), die ook vier hectare had gekocht.

 
 

1886

Op 15 juli 1886 vond een vergadering plaats over wie het gebouw zou gaan ontwerpen. Door middel van stemmen werd meneer Adrianus Cyriacus Bleijs tot de architect verkozen.

Adrianus Bleijs (1842 – 1912) was een talentvolle, rooms-katholieke architect, geboren in Hoorn. Hij had zijn opleiding in Antwerpen gevolgd, maar kwam daarna snel weer terug naar Nederland. Hij had even voor de heer Pierre Cuypers gewerkt (architect van o.a. het Rijksmuseum), maar dit was voor korte duur. Bleijs verhuisde weer terug naar Hoorn waar hij zijn eigen bedrijf startte. Een van zijn belangrijkste werken is dan ook de St. Cyriacuskerk in Hoorn. Hij noemde zichzelf geen architect, maar een bouwmeester.

Hij was een van de weinige katholieke architecten die niet alleen in de neogotische stijl bouwde. Hij vond dat architecten meerdere stijlen moeten beheersen en toepassen, liggend aan het project. Hij bouwde kerken met kenmerken uit de renaissance en de barok. Dit zorgde voor veel weerstand, maar het weerhield hem niet.

Na ongeveer 15 jaar in Hoorn te hebben gewoond, verhuisde Bleijs met zijn vrouw en negen kinderen naar Amsterdam. Waar hij o.a. de St. Nicolaaskerk, gelegen aan het centraal station, heeft ontworpen.

Bleijs maakte in dit gebouw gebruik van het corridorsysteem gecombineerd met het paviljoensysteem. Het ontwerp van Bleijs is een rechthoek, met aan de ene korte zijde de hoofdingang en de andere korte zijde de kapel. Voorheen was de hoofdingang dan dus ook aan de Mauritskade. De omlopende gangen liepen langs de vertrekken en aan weerszijden staken 4 zalen uit. Dit waren de slaapzalen. Naast de gangen waren zitkamers. Dit alles voorzien van de binnenplaatsen.

Heb je al goed naar de trappen in de lobby’s gekeken? Het oude logo van het Sint Elisabeth staat er nog in, waar een S en een E vermengd is tot een prachtig embleem van het gesticht.

 
 

1888

In 1888 werden de deuren van het Sint Elisabeth gesticht geopend.

De rechterhelft van het gebouw werd vooral ingenomen door klasse-patiënten, oftewel bewoners van de eerste en tweede klasse. Zij sliepen hier tegen betaling en hadden veel privacy en vrijheid. Bewoners uit de derde en vierde klasse betaalde niet en sliepen samen in de slaapzalen. Inruil daarvoor werden zij overdag beziggehouden met huishoudelijke taken.

In totaal verbleven er 269 patiënten in het gesticht.

In een slaapzaal stonden de bedden opgesteld in twee rijen. Bij iedere slaapzaal hoorde ook een zitkamer. Hier konden de patiënten overdag zitten. Het waren ruime kamers, voorzien van toiletten en theekeukens. Aan de uiteindes waren de toiletten, een badkamer en een plekje voor de zuster.

 
 

1901

In 1901 werd een zaal ook ingericht voor de weesmeisjes van het maagdenhuis. Moeilijk opvoedbare meisjes werden hier opgevoed.

De verpleegsters kwamen van de ‘Zusters van Barmhartigheid uit Tilburg’. Er waren ongeveer 54 zusters, zodat er 5 patiënten per zuster waren. Het merendeel van de zusters sliepen op zolder in het middelste gedeelte van het gebouw. Dit was boven de huishoudelijke vleugel, waar de strijkkamer, naaikamer, broodkeuken, etc. zaten. De bewoners van het gesticht en de zusters kwamen dagelijks bijeen in de kapel voor hun gebeden.

Onder het paviljoen zat het ketelhuis met de centrale verwarming. De schoorsteen staat los van het gebouw. De dagelijkse leiding van het gesticht lag bij moeder-overste, de rector en de geneesheer. Dus niet door regenten zoals bij het R.C. Maagdenhuis. Dit omdat de werkzaamheden in het gesticht wat gespecialiseerder waren. Zij verbleven in het aangelegen huis schuinboven het gesticht.

Oorspronkelijk zou het gesticht ook een mannengedeelte hebben. Die zou naast de pastorie, voor de kapel komen te liggen en via een aparte gang bereikbaar zijn. Ook was er nog naar gestreefd om meer klasse-kamers te maken, maar ook dat was niet gelukt. Dat het gesticht onvoltooid is, was niet gek in die tijd. Er werd toen zoveel gebouwd, dat het lastig werd om alles af te ronden.

 
 

1924

Het St-Elisabeth gesticht begon naarmate de tijd vorderde steeds meer geld te kosten. Het patiëntenaantal liep terug en het hoge aantal zusters dat er woonde wogen er niet meer tegen op. Daarnaast waren de ook de kosten van onderhoud van het gebouw en de centrale verwarming vrij hoog. In 1924 telde het gesticht nog 167 plaatsen.

 
 

1944

Tijdens de tweede wereldoorlog hadden de Duitsers het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in beslag genomen. De verloskundige afdeling werd hierdoor tijdelijk ondergebracht in het gesticht. Helaas viel in 1944 ook het Sint Elisabeth gesticht in handen van de Duitsers. Na een tijd bij het Leidseplein te moeten hebben gewoond, konden de bewoners een jaar later in 1945 weer terug keren.

 
 

1953

In 1953 lag het aantal op 175 inwoners, maar het was inmiddels meer een bejaardentehuis dan een gesticht. Er hebben in deze tijd nog wel tijdelijk wat meer weesmeisjes gewoond, maar dit omdat het gebouw van het R.C. Maagdenhuis op het Spui verkocht was aan de gemeente Amsterdam. Het woord gesticht begon ook een negatieve associatie te krijgen, dus werd de naam veranderd naar ‘Huize Elisabeth’.

 
 

1969

Toch begon het huis ouderdomsverschijnselen te krijgen. Om te blijven bestaan moest het huis een moderniseringsproces ondergaan. De kosten begonnen namelijk erg hoog te worden. Het verpleeghuis was niet meer zelfstandig financieel redzaam. In 1969 werd het pand en de pacht overgenomen door Stichting Verpleeghuizen in Amsterdam. De kapel werd omgebouwd tot recreatiezaal.

 
 

1982

Uiteindelijk werd in 1982 ook Huize Elisabeth verkocht aan de gemeente Amsterdam. De bewoners vertrokken en in het gebouw werden enkele historische kenmerken verwijderd. Zoals het St. Elisabeth beeld en de gedenksteen van de stichting ging weg.

Om te voorkomen dat het pand niet leeg zou staan, had de gemeente krakers uitgenodigd in het gebouw. Hieronder zaten veel Dam- en Vondelparkslapers. Dit waren hippies die daar in de openbare ruimtes sliepen. Ook kwam er een Sleep-inn. Hier konden mensen voor een paar gulden een bed krijgen.

 
 

1992

In 1992 beëindigde de gemeente hun subsidie voor de Sleep-inn. Er moesten andere inkomsten worden gezocht.

Paul Hermanides nam het gebouw over en opende hier een internationaal centrum voor jongerencultuur en toerisme, onder de naam Arena. Naast het hostel, kwam er nu ook een café/restaurant, podiumzalen en een discotheek bij!

Memorabele feesten en concerten van grote artiesten hebben hier plaatsgevonden. Denk aan Oasis, Norah Jones en Alicia Keys.

 
 

1996

In 1996 werd de naam Arena veranderd naar Hotel Arena. Het hotel had nu twee sterren.

 
 

2002

In 2002 werd het tijd voor en grote verbouwing. Verschillende zalen en zolders werden verbouwd tot hotelkamers. Vanwege het meer dan 100 jaar oude monumentale pand, heeft elke kamer haar eigen hoekjes en indelingen, maar allemaal met hetzelfde design en gevoel. Door de verbeterde service werd het hotel nu drie sterren. En in 2010 werden dit er zelfs vier!

Zo ook de kapel, die door de loop der jaren al heel wat veranderingen heeft doorstaan.

 
 

2015

In 2015 begon de volgende grote verbouwing, want het hotel ging flink uitbreiden. Het hotel werd uitgebouwd richting het Oosterpark, in lijn met het originele ontwerp van de architect Adrianus Bleijs.

Er kwam een parkeergarage, café/restaurant, zes modulaire event studio’s en een geheel nieuwe hotelvleugel bij. Daarnaast is ook de kapel weer opgeknapt en beter geïsoleerd.

De verbouwing heeft twee jaar geduurd, dus in 2017 was het tijd voor de grand opening!

 
 

2022

In 2022 blies het hotel dertig verjaardag kaarsjes uit. Dit werd gevierd met een nieuwe receptie en een extra suite in het hotel. De top suite is onze 141’ste kamer en een van onze beste verblijven.

 
 

Nu

En nu zijn we hier.

Het gebouw draagt vele verhalen met zich mee. Van de katholieke zusters die altijd klaar stonden voor de vrouwen en meisjes die hulp nodig hadden, tot de feestende jongeren die hun vrijheid wouden vieren door middel van kunst, muziek en cultuur.

Het is een gebouw dat staat voor wat Amsterdam is. Een kleine metropool waar respect en vrijheid hoog in het vaandel staan. Die gastvrijheid is precies wat wij willen delen met onze gasten.